We moeten samenwerken in de geboortezorg. Ook het ‘ Advies toekomst bekostiging integrale geboortezorg’ van de Nederlandse Zorg Autoriteit (alweer van september 2020) spreekt deze ambitie uit. Het idee is dat dit wordt bevorderd door een integraal tarief in te voeren. Het advies is om hiermee door te gaan, in een voorzichtig tijdpad.
Ik wil in dit artikel (het eerste van een reeks) een stap terug zetten en de constellatie van geboortezorgaanbieders en professionals proberen te analyseren aan de hand van Etienne Wengers studie ‘Communities of practice’. Ik hoop dat dat inzichten en handvatten biedt om – waar dat nodig is- beter samen te werken.
Dit moet iedereen lezen
De studie ‘ Communities of Practice’ van Etienne Wenger (1998) is een theorie over leren in (en van) organisaties. Ik heb het pas ontdekt in 2014. Het is zo’n goede beschrijving van hoe organisaties (en zeker organisaties in de gezondheidszorg) werken dat ik nog elke dag dankbaar ben dat ik het heb leren kennen. Ik zal vaker terugvallen op het gedachtegoed dat in deze theorie wordt beschreven. Het is te veel om in één keer te beschrijven. Ik wil beginnen met het centrale begrip ‘communities of practice’.
De originaliteit van kijken van Etienne Wenger blijkt meteen al uit het feit dat dit begrip niet goed te vertalen is in het Nederlands. Als je de Engelse woorden ‘community’ en ‘practice’ hiervoor gebruikt (zoals ze in Nederlandse teksten vaak worden gehanteerd) begin je met een verkeerde associatie.
Wat zijn communities of practice (COP)
In plaats van een definitie te geven noem ik een reeks contexten die je als zodanig kunt betitelen:
- De familie waartoe iemand behoort kan een COP zijn, als deze wordt gekenmerkt door bijvoorbeeld gezamenlijke gewoonten, routines, symbolen, conventies en verhalen;
- De verpleegafdeling waar ze werkt met naaste collega’s is een COP;
- De ondernemingsraad waar haar collega inzit is een COP;
- Het voetbalelftal waar ze in speelt is een COP;
- De groep vrijwilligers In het diaconaat met wie ze elke week een gratis maaltijd kookt voor daklozen is een COP
- Het directieteam van het ziekenhuis waarin ze werkt is een COP;
- De wasserij waar haar dienstkleding wordt gewassen is een COP.
Een andere manier van beschrijven door een aantal indicatoren te beschrijven die tot het vermoeden leiden dat er sprake is van een COP:
- wederzijdse relaties die worden onderhouden (harmonieus of conflictueus);
- gedeelde manieren om samen dingen te doen;
- snelle informatiestroom en vernieuwing;
- afwezigheid van inleidende opmerkingen bij gesprekken en interacties;
- zeer snelle probleem beschrijving;
- grote overlap in definities van deelnemerschap;
- weten wat anderen weten en kunnen doen voor de gezamenlijke onderneming;
- wederzijds definiëren van identiteiten;
- het vermogen om te beoordelen of acties en producten gepast zijn;
- specifieke instrumenten, artefacten;
- inside grappen en kennis.
Niet voor niets gebruikt Wenger het begrip altijd in meervoud. Dat betekent dat ieder individu tot meerdere COP’s behoort, en ook dat iedere organisatie of organisatienetwerk uit vele COP’s bestaan die met elkaar verbonden zijn. Hier laat ik de theorie rusten en stap over naar de toepassing: samenwerken in de geboortezorg
We moeten samenwerken in de geboortezorg
Ik wil deze theorie gebruiken om de dynamiek te begrijpen van het moeten samenwerken van organisaties in de geboortezorg. Er moet beter samengewerkt worden is het adagium, in eerste instantie om de relatief hoge perinatale sterftecijfers in Nederland omlaag te krijgen. Of deze cijfers daadwerkelijk zo slecht waren, of er niet appels met peren is vergeleken, en wat daar de oorzaak van was: ik zal het daar hier niet over hebben. Het gaat er hier over dat het door beleidsmakers als een zo belangwekkende realiteit is beschouwd dat er zelfs met een integraal budget wordt geëxperimenteerd om samenwerking af te dwingen.
Tegelijkertijd is de geboortezorg een sector in de zorg waarin op operationeel niveau al sinds mensenheugenis intensief en goed wordt samengewerkt tussen gynaecologen, klinisch verloskundigen, eerstelijnsverloskundigen en kraamverzorgenden. Daar is geen enkele discussie over, hoewel er uiteraard een aantal issues is die discussie oproepen. Maar we moeten blijkbaar nog beter samenwerken in de geboortezorg.
Communities of Practice in
Dan is het misschien goed om met behulp van Wenger de verschillende communities of practice eens op een rijtje te zetten die in een regio rondom een ziekenhuis in de geboortezorg actief zijn. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn:
- de verloskundige praktijken, die elk een COP zijn;
- het team klinische verloskundigen van het ziekenhuis
- het bestuur van de Verloskundige Kring waar alle verloskundigen lid van zijn
- de kraamzorgorganisaties die actief zijn in de regio; afhankelijk van de omvang zijn die op allerlei manieren verdeeld in verschillende COP’s, bijvoorbeeld:
- teams van kraamverzorgenden
- binnen het hoofdkantoor het managementteam met directie
- de afdeling planning en inzet
- de maatschap gyneacologie van het ziekenhuis
- de afdeling verloskunde/neonatologie binnen het ziekenhuis
- het bestuur van het Verloskundig Samenwerkingsverband
- een commissie Richtlijnen en protocollen van het VSV
Afhankelijk van de regio, en ook van de voortgang in de samenwerking in de regio kunnen hier nog diverse COP’s aan worden toegevoegd: bijvoorbeeld een stuurgroep Integrale Geboortezorg. Daarnaast is er vooral binnen het ziekenhuis een aantal COP’s die vitaal zijn voor het proces in de geboortezorg, maar voor wie dit niet de hoofdzaak is van hun werk: de operatiekamer, de spoedeisende hulp, de maatschap kinderartsen/neonatologen.
Er is een heel landschap aan COP’s van een zeer divers karakter. Het lijkt misschien een oplossing: samenvoegen van al deze contexten onder één integraal budget. Maar dan begint het werk pas. In zekere zin worden er hierdoor nog weer nieuwe COP’s toegevoegd: het bestuur en managementteam van de Integrale Geboortezorg Organisatie (IGO), de financiële commissie van de IGO die de verdeling van de tarieven moet voorbereiden. Het wordt in eerste instantie niet eenvoudiger. Maar het kan ook iets opleveren: gezamenlijk leren hoe je geboortezorg kunt verbeteren.
Deel 2
In deel 2 ga ik het hebben over de wijze waarop volgens Wenger zowel de interne binding van een COP als de verbinding tussen twee COP’s plaatsvindt. Dat gebeurt altijd op twee manieren die onlosmakelijk verbonden zijn. En dan gaan we weer kijken hoe dit in de geboortezorg werkt!