Zelfsturing in de kraamzorg, kan dat?

Kraamzorg, een bijzonder vak
Ik heb veel geleerd in de jaren dat ik in de kraamzorg heb mogen werken. Kraamverzorgende is een heel bijzonder beroep met een aantal aspecten dat je niet zo vaak tegelijkertijd tegenkomt. Je levert zorg in een periode van maximaal 10 dagen, te beginnen met de bevalling. Je levert de zorg thuis in het gezin, waar je als enige zorgverlener uren achter elkaar werkt. Je komt je collega’s nooit in het werk tegen, alleen in het werkoverleg deel je elkaars verhalen. Je ziet in je gezin soms heel veel problemen waar je niet altijd iets mee kunt. Het kan een fantastische en dankbare tijd zijn als alles goed gaat, maar ook een heel verdrietige tijd: je moet het allebei kunnen. De tijd van een bevalling is niet te voorspellen: soms zit je meer dan een dag te wachten tot je kunt beginnen, en dan gebeurt het nog niet. Als het gebeurt moet je er heel snel zijn: dus in de periode dat je wacht kun je maar weinig andere dingen plannen. 
Al deze aspecten hebben heel erg te maken met hoe het werk is georganiseerd. Maar hoe het werk georganiseerd is, heeft zijn oorzaak in een aantal vaste gewoontes en denkbeelden die leven bij veel kraamverzorgenden zelf, bij verloskundigen, bij zwangere vrouwen en ook bij zorgverzekeraars. 

Zelfsturing, wat kun je daar onder verstaan
Hier wil ik het hebben hoe in deze context (die zeer hardnekkig is) kraamverzorgenden in zelfsturende teams kunnen ‘plannen en inzetten’. In een aantal thuiszorgorganisaties (met uiteraard Buurtzorg als groot voorbeeld) wordt gewerkt met zelfsturende teams. Dat gebeurt op allerlei verschillende manieren, en bij Buurtzorg zie je de meest uitgesproken variant: alles gebeurt door de teams zelf zonder management. Ik moet preciezer zijn: uiteraard zijn er wel overstijgende taken die moeten worden uitgevoerd, maar die worden verdeeld over de teamleden. Het idee is dat ze deze taken beter uitvoeren, bijvoorbeeld omdat ze de meeste kennis hebben van de praktijk en ook natuurlijk omdat ze het zelf ondervinden als het niet goed geregeld is. Dat geldt ook voor de planning en organisatie van het werk. Er zijn cliënten die verschillende vormen van zorg nodig hebben op verschillende momenten, en er is een team verpleegkundigen dat het werk verdeelt en er altijd staat als het nodig is. Dat laatste is voor veel centraal aangestuurde organisatie moeilijk te begrijpen: dat het echt zo werkt dat mensen er staan zonder dat dit ‘gemanaged’ wordt.  Dat gaat allemaal niet vanzelf, je hebt goede ICT nodig en er moet ruimte om te leren zijn. Maar het werkt en het werkt goed. In de thuiszorg. 
Maar werkt het ook in de kraamzorg?

Hoe werkt het in de kraamzorg?
Ik ben erachter gekomen dat thuiszorg en kraamzorg alleen gemeenschappelijk hebben dat er iemand in dienstkleding achter de voordeur komt om zorg te verlenen. Verder is alles anders. In een thuiszorgteam deel je de zorg voor een bepaalde cliënt met je collega’s in het team. In de kraamzorg is het een principe dat alle zorg voor één cliënt door maximaal twee mensen wordt uitgevoerd (en het liefste door één die haar zorg ‘afmaakt’). In een thuiszorgteam heb je elke dag een aantal verschillende cliënten die een uurtje of minder zorg nodig hebben: als verpleegkundige heb je een route af te leggen gedurende je dienst, en die is elke dag anders.
In een kraamzorgteam ga je elke dag naar je eigen gezin (tussen de zes en acht dagen achter elkaar gemiddeld). Als je geen zorg hebt ben je vrij of sta je op wacht. En in een klein team (een zelfsturend team kan niet groter zijn dan 12 personen, en dat is al erg veel) is het bijzonder onvoorspelbaar wanneer je lijstje met zwangere kraamvrouwen daadwerkelijk bevalt. Dat kan zijn in een periode tussen vier weken voor tot twee weken na de uitgerekende datum. Het eerste gevolg daarvan is dat het soms dagen kan duren voordat de volgende zwangere bevalt. Het tweede net zo lastige gevolg is dat er op een dag drie of meer zwangeren tegelijk bevallen. En dan moet je voldoende parate collega’s hebben in je team, waar er misschien al enkele van aan het werk zijn, een aantal anderen daar net klaar mee zijn en hun noodzakelijke hersteltijd hebben. Het is niet alleen hollen en stilstaan mar het is met zijn allen hollen en stilstaan.
Grote kraamzorgorganisaties hebben er al problemen mee omdat organisatorisch op te lossen. Een klein zelfsturend team heeft dan een veel grotere uitdaging.

Ik heb het volgende gezien:
Je kunt het leren, maar je moet het ook leren
Een team moet leren hoe dat moet: zelf plannen en inzetten. Je moet als team als het ware gevoel krijgen bij die momenten dat de nood aan de man komt en daarop leren anticiperen. De mensen die dat in grote kraamzorgorganisaties doen (en goed doen) kun je niet hoog genoeg waarderen en die kunnen je vertellen wat er allemaal bij komt kijken. Deze praktijkkennis bezit een startend zelfsturend team niet en je moet er tijd aan besteden om dat samen goed te leren;
Samenwerken in een team is in de kraamzorg iets nieuws
Het vraagt ook iets anders: opeens moeten professionals samenwerken die gewend waren alles alleen te doen. Als je dat leuk vindt is het goed te doen, maar het is wel iets nieuws, en je moet er aandacht aan besteden wat het betekent om samen verantwoordelijk te zijn, daarover met elkaar te communiceren (en hoe doe je dat), en aan hoe je samen beslissingen kunt nemen die door alle collega’s gedragen worden;
Het is pittig maar levert veel op
Deze manier van werken vraagt veel van de motivatie, inzet en beschikbaarheid van de kraamverzorgenden. Het is niet voor iedereen weggelegd en het past ook niet in ieders levensfase om zo te werken. Maar de mensen die ervoor kiezen willen toch meestal niet terug naar een situatie waarin het allemaal voor ze gepland en geregeld wordt. Het heeft veel waarde om zelf te kunnen beslissen en beschikken, al vraagt het soms op andere fronten grote opofferingen

Nog eenmaal: de vaste gewoontes in de kraamzorg
Ik denk dat niet alleen deze manier van werken, maar überhaupt het werken in de kraamzorg op allerlei manieren zou kunnen verbeteren (vermindering van de werkdruk, mogelijkheid om full time te werken, de zekerheid van één vaste avond vrij) als een aantal van de eerdergenoemde vaste gewoontes kunnen worden doorbroken. Daar zal ik het op een ander moment over hebben.

Previous post We moeten samenwerken in de geboortezorg (2)
Next post Weggestuurd deel 3

Publikaties per onderwerp

Benneker Board
door Benneker Bestuur
Kerkendelweg 27
3775 KM Kootwijk
(+31) 0633 762 890
info@bennekerboard.com
www.bennekerbestuur.nl